De islamitische feesten

De islam kent jaarlijks twee feesten. Het Ramadanfeest wordt na afloop van de maand Ramadan gevierd. Het Offerfeest is een feest waarin Allah wordt aanbeden door middel van een offer die voor hem wordt gebracht.

Het Ramadanfeest

Jaarlijks wordt er in de maand Ramadan gevast. Tussen zonsopgang en zonsondergang mag er niet gegeten, gedronken of gerookt worden en er mag ook geen geslachtsgemeenschap plaatsvinden.
Na afloop van deze speciale maand wordt het Ramadanfeest gevierd. In totaal duurt deze feest drie dagen. Op de eerste dag van het feest wordt een gezamenlijk feestgebed verricht in de moskee. De rest van het feest komen familieleden bij elkaar en worden ouderen opgezocht.

Het Offerfeest

Het Offerfeest valt in de periode van de bedevaart naar Mekka. Tijdens deze feest wordt er een offer gebracht aan Allah. Deze aanbidding is voortgekomen uit het voorval van de profeet Abraham. Hij had beloofd een zoon op te offeren aan Allah wanneer hij er één zou krijgen. Een tijdje later kreeg hij twee zonen: Ismaël en Jakob. Net toen hij een van hen wilde opofferen werd hij door Allah tegengehouden en kreeg hij te horen dat hij een dier mocht offeren in plaats van zijn zoon. Tijdens het Offerfeest wordt deze voorval herdacht. Het feest duurt in totaal vier dagen.
Op de eerste dag van het feest wordt een gezamenlijk feestgebed verricht in de moskee. De rest van de tijd komen familieleden bij elkaar en worden ouderen opgezocht.  

De begrafenis

Elk levend wezen zal op den duur sterven. Moslims geloven erin dat er een leven na de dood is, ook wel het hiernamaals genoemd. Hier zullen zij verantwoording afleggen voor de daden die zij in hun leven hebben verricht. De dood is dus geen einde, het is juist een begin van een heel nieuw leven.
Het moment van sterven is daarom ook een speciaal moment. Meestal wordt ervoor gezorgd dat het niet te druk is wanneer iemand aan het sterven is en dat hij iemand om zich heen heeft die uit de koran reciteert. Wanneer het grote moment aanbreekt, wordt de stervende, indien mogelijk, op zijn rechterkant gezet met zijn gezicht richting de Ka’aba. Hij wordt ook herinnerd aan de geloofsbelijdenis.
Wanneer hij gestorven is, begint men met het regelen van de begrafenis. Het regelen van de begrafenis is de laatste taak van moslims tegenover de overledene. De overledene wordt eerst languit op zijn rug gelegd. Met een lapje stof wordt ervoor gezorgd dat zijn mond niet openvalt. De armen worden langs zijn lichaam gezet en zijn benen worden rechtgezet.
Vervolgens wordt de overledene gewassen. Daarna wordt hij ingewikkeld in doeken. Er wordt voor hem gebeden en ten slotte wordt hij begraven.